Op 3 oktober publiceerde het dagelijks bestuur van de Mennonite World Conference de volgende brief inzake het geweld in het Midden Oosten. Het is een vervolg op het herderlijk schrijven van een jaar eerder, getiteld ‘A reconciling response to war in the Middle East.’ De ADS deelt deze brief ten dienste van het onderlinge gesprek in eigen kring en daarbuiten.
Hieronder volgt de tekst van de brief:
Geliefde broeders en zusters van de wereldwijde doopsgezinde/mennonitische gemeenschap:
Met een zwaar gemoed herdenken we de verschrikkelijke gebeurtenissen van vorig jaar, die het begin betekenden van een nieuwe cyclus van geweld in het Midden-Oosten. Ons hart breekt bij het aantal mensen dat toen en sindsdien is omgekomen. We betreuren de onderdrukking, de minachting voor mensenrechten en de tientallen jaren van onteigening die tot de huidige crisis hebben geleid.
Een jaar geleden braken Hamasstrijders door de gemilitariseerde grenzen van de Gazastrook en pleegden gruwelijke daden in Israël. Bij deze aanval kwamen 1200 Israëli’s om, onder wie bijna 400 soldaten. Ongeveer 250 Israëlische burgers en veiligheidspersoneel werden als gijzelaars meegenomen naar Gaza. Israël reageerde met een afschuwelijke collectieve strafcampagne tegen Gaza, gericht op ziekenhuizen, scholen, gebedshuizen en journalisten, die nu [ruim] een jaar gaande is. Het dodental in Gaza is meer dan 40.000 en stijgt nog steeds, en er zijn duizenden vermisten. Israël heeft verhinderd dat voedsel en medische hulp de strook binnenkwamen. En onlangs heeft Israël een meedogenloze militaire aanval ontketend op buurland Libanon.
Als christenen zijn wij toegewijd aan de weg van vrede
Als christenen die toegewijd zijn aan Christus’ weg van vrede, verwerpen we oorlog als een manier om geschillen op te lossen. We staan aan de kant van iedereen die vandaag lijdt, of zij nu joods, islamitisch of christelijk zijn. Soms voelen we ons hulpeloos – zelfs medeplichtig – als trauma’s en vooroordelen die zich generaties lang hebben opgestapeld, zich uiten in golven van haat en vernietiging.
Jezus, de Vredevorst, leert ons dat oorlog niet leidt tot menselijke bloei. Moedige liefde voor vijanden en geweldloos streven naar gerechtigheid voor iedereen is hoe we Jezus willen volgen. Liefde traint ons hart om God in de menselijke ‘ander’ te zien. Liefde geeft ons de moed om gerechtigheid te zoeken en rechtvaardig met elkaar te leven. Als volgelingen van Jezus bidden we om die moed om lief te hebben met transformerende kracht. Want het is de liefde die een fundamenteel andere werkelijkheid en toekomst biedt dan de cycli van geweld die neerslaan, onderdrukken en doden, vanuit machtswellust en doodsmechanismen.
Vrede moet gepaard gaan met gerechtigheid
De wereldwijde doopsgezinde gemeenschap herhaalt de oproep van oktober 2023 aan alle partijen in dit conflict om de wapens neer te leggen en te beginnen met het moeilijke werk van vrede stichten. We roepen op tot de vrijlating van gevangenen – zowel de Israëlische gijzelaars die door Hamas worden vastgehouden als de Palestijnse gevangenen die door de Israëlische staat illegaal in ‘administratieve hechtenis’ worden gehouden. Waar mogelijk willen we onze eigen regeringen en medeburgers aanspreken die kritiekloze steun geven aan het voortdurende conflict.
Vrede moet gepaard gaan met gerechtigheid, en alle partijen in dit conflict hebben grieven. We belijden dat we hebben gefaald om goed te luisteren, gerechtigheid te zoeken en te erkennen dat onze wijsheid tekortschiet. Daarom roepen we de Heilige Geest aan om ons te onderwijzen en toe te rusten om nederig en moedig te spreken en te handelen.
We bidden niet alleen dat het geweld ophoudt, maar ook dat de landen van de Bijbel een plaats van menselijke harmonie en diversiteit worden, waar buren ‘onder hun eigen wijnstokken en hun eigen vijgenbomen zitten’, zonder dat iemand hen bang maakt (Micha 4:4). Wij herbevestigen onze overtuiging dat ‘de Geest van Jezus ons kracht geeft om God te vertrouwen op alle gebieden van het leven, zodat wij vredestichters worden die geweld afzweren, onze vijanden liefhebben, gerechtigheid zoeken en onze bezittingen delen met hen die in nood verkeren’.
Vertaling: Iris Speckmann
Beeld: Alison Donovan Rouse